Erika Sziva: Eindspelen zijn leuk: Toren tegen pion, deel 2

Mocht je recent toernooien gevolgd hebben, kon het je niet ontgaan, hoe vaak eindspelen en dan vooral toreneindspelen op het bord kwamen. Zelfs voor jeugdschakers geldt: degene, die eindspelen een beetje begrijpt, komt verder. Daarom behandelen we deel twee van dit thema, deze keer toren tegen twee pionnen. Veel motieven, die in de vorige deel over toreneindspelen op bod kwamen, zullen hier ook voorkomen. Dus mocht je er tijd en zin in hebben, kun je die les altijd eerst herhalen. Het verschil is, dat hier de kant met de pionnen ook kans heeft om te winnen, mits ze ver geavanceerd zijn. In het algemeen verslaan twee gebonden vrijpionnen op de 6e rij (of de derde voor zwart) de toren.

Nu de voorbeelden met meer uitleg.

Wit aan zet

1.Txh2? zou niet werken. Zwart maakt makkelijk remise met: 1…c3 2.Th8 c2 3.Tc8 Kd2.

In Leko-Markowski speelde wit echter het zeer sterke:

4.Kf2!!

Er volgde nog:

4…Kd2 5.Txh2 c3 6.Kf1+ Kd1

6…Kd3 7.Ke1 c2 8.Th3+ en wit wint.

7.Th8 c2 8.Td8+ Kc1 9.Ke2

en opgegeven vanwege: 9…Kb2 10.Tb8+ Kc1 11.Tc8 Kb1 12.Kd2

1–0

In stellingen, waar de twee pionnen niet verbonden zijn, heeft de toren de beste papieren, al zijn er altijd uitzonderingen. In onderstaande extreme situatie, waar beide pionnen al op de 7e rij staan, wint de pionnenkant zelfs.

Wit aan zet

1.Ke5 Kb3 2.Ke6! Kc4 3.Kd7

en de partij is over.

Met vier velden tussen de pionnen, kan de torenkant nog wel remise maken:

Wit aan zet

1.Kd5 Kb2 2.Kd6

2.Kc6 Tg8 en wit komt niet verder.

2…Tg8! 3.Ke6

3.Kc7 Txg7+ is meteen remise.; na 3.Kc6 Kc2 4.Kb6 Kb2 5.Ka7 Txg7 gaat zwart het ook redden, want de pion is gepend.

3…Tb8! 4.Kd6 Tg8!

Wit komt niet verder met zijn winstpogingen.

 

Wit aan zet, wint

Als zwart aan zet zou zijn in deze stelling, dan zou hij na 1… f3 winnen. B.v. 2. Tg7 f2 of 2. Tf7 g2. Met wit aan zet komt een typisch motief aan bod om beide pionnen te stoppen.

1.Tg7! Kb8 2.Tg4 Kc7 3.Txf4 Kd6 4.Tg4

En wit wint. 1–0

De volgende typische motief dient zich op in onderstaande stelling.

Wit of zwart aan zet, wit wint

Als de torenkant zijn koning vóór de pionnen heeft, dan wint hij, ondanks het feit dat de pionnen al op de 6e (derde) rij staan. De kunst is de tegenstander in zugzwang te brengen, waardoor hij een van zijn pionnen naar voren moet spelen. De rest is makkelijk.

1.Ta8 Kd4

1…Kf3 2.Td8 Ke4 3.Td7! d2+ (3…e2 4.Kd2) 4.Ke2 Kf4 5.Td4+ Ke5 6.Kxe3 waarbij beide pionnen gepakt worden.

2.Te8 Kc3 3.Kd1!

3.Txe3? Kc2! met remise. Dit is de enige verdedigende truck, waar je niet in moet vallen!

3…Kd4

3…e2+ 4.Ke1 Kc2 5.Tc8+ Kb3 6.Kd2 wint ook voor wit.

4.Te7!

Zwart is in zugzwang en moet met zijn pionnen naar voren.

4…e2+ 5.Kd2 Kc4 6.Te4+ Kd5 7.Kxd3

Weer met winst voor wit.

Als de koning zijn vergeavanceerde pionnen kan ondersteunen, dan is de winst afhankelijk van de positie van de andere koning.

Topalov – Beliavsky, Linares, 1995

1.Kb6 Kd2 2.Ka7!

Met de dreiging b6–b7–b8. 2.a7? zou fout zijn en alleen remise opleveren na: 2…Kd3 3.Kb7 Kc4 4.b6 Kc5

1–0

Na deze leuke basisstellingen krijg je een pittige huiswerk opdracht. Ik heb er alle vertrouwen in, dat als je genoeg tijd in stopt, je ook deze gaat oplossen!

Zwart aan zet wint

Klik hier voor het antwoord

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *