Vier speelzalen..

Om verslag te doen is het geen handig toernooi. Er zijn namelijk vier speelzalen en de betreffende zalen zijn alleen toegankelijk voor de spelers die daar spelen, de arbiters en de hotemetoten van de Europese schaakbond. De hoogste twintig borden zitten in het auditorium van het congrescentrum, de volgende dertig op de eerste verdieping, de volgende vijftig borden op de tweede verdieping en de rest gaat naar het casino op enkele honderden meters afstand. De meeste Nederlanders zaten op de tweede verdieping. Daan Brandenburg, Benjamin Bok en Robin van Kampen moesten het casino in om tegen een der honderd zwakste deelnemers van het toernooi te spelen. Jan Smeets en Ivan de Onderbonder speelden op de eerste verdieping, net als David Miedema.


(foto: Openingsceremonie met strijkers op het podium)

Bij mij in de zaal dus meneer en mevrouw l’Ami, Dimitri Reinderman, Jochem Snuverink en Dick de Graaf.  Ook legendarische figuren als Alexander Beljavski en ex-wereldkampioen Alexander Khalifman. Ik zit niet op een fijne plaats. Om van mijn stoel op te staan moet ik buurman Ivan Ivanisevic namelijk steeds vragen even op te gaan zitten zodat hij zijn stoel naar voren kan schuiven. Dat doe ik maar niet te vaak. Speelt een geinig potje trouwens, die Ivanisevic. Wolgagambiet, stukoffer, damewinst, dame weer terug en uiteindelijk een gewonnen eindspel. Zou die dat allemaal uitgerekend hebben? Ik dacht even dat hij schrok toen zijn tegenstander zijn dame terugwon…

Erwin l’Ami is als eerste klaar van onze landgenoten. Ik heb er niks van gezien, maar ongetwijfeld was het een gedecideerde overwinning. (Schreef ik voor het eten. In het restaurant vertelde Erwin dat hij misschien wel verloren had gestaan, maar omdat zijn tegenstander, volgens Dimitri het neefje van Topalov, al na twintig zetten nog maar een minuut over had kwam het snel in orde.) Ondertussen spanning op de overige borden. Niet bij Khalifman, want die ziet al snel in dat er deze middag niet veel te halen valt. Remise met zwart tegen 2300. Zou hij daarvan balen? Welnee. Met zwart alles remise en met wit alles winnen en je mag naar Siberië!

En het kan nog erger! Grootmeester Aleksandar Kovacevic wordt vreselijk mat gezet door de Engelsman Terry Chapman. Glimmen van trots deed ie! Dat deed ook Matthias Bluebaum nadat hij zijn laatste zet had uitgevoerd in zijn partij tegen Dimitri Reinderman. Dame-eindspel, pion meer en zojuist met de dame, zoals het hoort, de lange diagonaal bezet. Dimitri antwoordt met mat dreigen en het ventje krimpt ineen… Het is niet te pareren!

Jochem Snuverink heeft in het middenspel prachtige paarden op g5 en f5. En dat terwijl zijn tegenstander lopers op c8 en f8 heeft. Maar ja, ook een pion meer. Dat wordt een kwaliteit en einde oefening.

Dick de Graaf dan. Kreeg bij de aanmelding Maandag een hekel aan Russen. Voor ons stond er eentje  druk te doen omdat er dingen volgens hem niet klopten, met als gevolg dat het dik een kwartier duurde voordat hij klaar was. Waarom heeft iedere bond niet een Koos Stolk? Alles is geregeld en we kunnen zo doorlopen! Maar goed, ik maakte hem dus wijs dat Mladen Palac een Rus is. Het is een Kroaat, maar de Kaaieman is op zijn best als je hem even opfokt. Een leugentje om bestwil. En Dick hield lang hoop op een halfje. Zelf zag ik dat hij een pion minder had, maar als Dicks bovenlijf als een oliepomp van voor naar achter gaat en weer terug, en dat heel vaak,  weet ik dat hij nog kansen ziet. Helaas behield Palac zijn pionnetje tot in het verre eindspel. Een nul voor Dick, die morgen in het casino de zaken gaat rechtzetten!


(foto: de topborden op het podium)

Alina l’Ami zat in een donker hoekje van de speelzaal verstopt. Al turend nam ik waar dat ook zij het eindspel speelde met een pion minder. En erger nog… De vijandelijke koning was binnen gedrongen. Foute boel!

En ik? Ik werd van het bord geschoven in een damegambiet-ruilvariant. Daar had ik niet op gerekend, maar ik herinnerde me nog een oude manoeuvre met Pf8, g6, Pe6, Pg7 en dan Lf5. Dat deed ik dan maar. Het leverde me wel onaangename druk op tegen mijn c-pion. Een passieve, maar speelbare stelling. Toen ik nog minder dan twintig minuten had, en de klok dus ook seconden aangeeft, ontdekte ik dat ik er geen halve minuut per zet bij kreeg. Ik vond de tijd ook al zo snel gaan! Bij de arbiter gemeld natuurlijk. Die kan dat zo checken aan de hand van de verstreken tijd en het aantal zetten natuurlijk, maar hij koos ervoor om met zijn armen over elkaar te kijken of ik er echt geen tijd bij kreeg na een zet. En ik, die de hele partij zwaar geconcentreerd was, dacht: “snel een zetje doen, dan ziet hij het ook.” Niet veel later stond er een paard gepend en dat was het begin van het einde…

In de grote hal kom ik David Miedema nog tegen. Gezicht op onweer. “Ik zie een geforceerde remise, denk toch dat het te link is en doe wat anders!” Dat andere leidde een snelle nederlaag in. In het restaurant vertelde Jan Smeets, die soepel had gewonnen, dat dat remise-eindspel nog best lastig was.

Morgen dus naar het casino. Om te schaken dan he!
Deze laatste zin even ter geruststelling van Margrietje natuurlijk…