Jorden van Foreest door Jules Welling

Jorden van Foreest (foto: Rene Olthof)

Met 16 jaar is Jorden van Foreest de jongste in Nederland geboren en getogen Nederlandse grootmeester. Hij scoorde deze zomer zijn laatste GM-norm bij het wereldkampioenschap voor de jeugd in het Russische Khanty-Mansiysk, waar hij gedeeld vijfde werd. Alleen Anish Giri deed het nog sneller, maar hij is geen geboren Nederlander. De Utrechter, een pupil van GM Sergej Tiviakov, werd tijdens het WK bijgestaan door GM Loek van Wely, net als GM Benjamin Bok (20), die evenveel punten scoorde.

Jules Welling (foto: Jos Sutmuller)

Jules Welling (foto: Jos Sutmuller)

Van Foreest stamt uit een beroemd Utrechts schaakgeslacht. Zijn bet-overgrootvader was jonkheer Arnold(us) Engelmus  van Foreest (1863-1954), die drie keer Nederlands kampioen was en wel in 1889, 1893 en 1896. De broer van Arnold was jonkheer Dirk van Foreest (1862-1956) en ook die werd driemaal nationaal kampioen: 1885, 1886 en 1887. De broers schaakten tot op hoge leeftijd bij Utrecht en BSG en stonden bekend als gevaarlijke aanvalsspelers. Ze waren alom geliefd vanwege hun ‘goede manieren’, hetgeen toen betekende, dat ze ook tegen veel zwakkere spelers niet uit de hoogte deden en zij altijd bereid waren tot een gezamenlijke analyse na de partij.

Arnold was huisarts van beroep en bleef tot op hoge leeftijd actief. Na zijn pensioen verhuisde hij naar Apeldoorn. Door zijn drukke werkzaamheden kon hij zich zelden vrijmaken voor toernooien, maar beroemd is zijn met de Amerikaanse kampioen Frank Marshal (toen een wereldster) gedeelde eerste plaats in Amsterdam voor Adolf Olland (Utrecht) en Jan Esser (Amsterdam), toevallig ook twee artsen. Hij speelde nooit in het buitenland.

Arnold was een ware schaakambassadeur. Wanneer zijn drukke agenda hem dat toeliet, gaf hij simultaan in den lande. Hoe populair hij was, moge blijken uit het feit dat hij maar liefst twaalf erelidmaatschappen in ontvangst mocht nemen, voor zover ik weet een absoluut record, dat zelfs niet door Euwe geëvenaard werd.

Het spreekwoord zegt dat dat de  appel niet ver van de boom valt. Er zitten echter wel twee generaties tussen! Van de opa en de vader van Jorden zijn mij geen heldendaden op het bord bekend.

Jorden zelf deed voor het eerst van zich spreken bij het Nederlands kampioenschap in de verschillende categorieën bij de jeugd met als hoogtepunt zijn titel onder 14 jaar (2014) en zijn uitzending naar het Europees kampioenschap, dat hij en passant ook op zijn naam schreef. Ook speelde hij drie keer de zogenaamde University Challenge in zijn woonplaats Groningen, een jaarlijkse trainingsmatch tegen een door de wol geverfde grootmeester, respectievelijk Hans Ree en John van der Wiel. Het waren nuttige ervaringen.

In dat stadium leerde ik hem ook persoonlijk kennen bij de Euweborrel in Amsterdam. Zijn loopbaan ontwikkelde zich stormachtig, maar hij bleef er zelf opvallend kalm onder. Mij werd toen wel duidelijk, dat we te maken hadden met een extreem talent. Toen ik hem over zijn overgrootvader vertelde, keek hij ietwat verveeld. Die riedel had hij duidelijk al eens eerder gehoord, maar hij maakte er geen punt van. Datzelfde jaar nog mocht hij zich internationaal meester noemen en toen was wel duidelijk dat het ging om een potentiële opvolger van Jan Timman. “Nou, nou, niet zo snel”, temperde hij ons optimisme.

Hij bleek een aardige jongen, die goed wist waar hij stond en die ook goed op de hoogte was van de stand van zaken in het internationale schaak.

Een paar maanden geleden mocht hij in Hoogeveen een match over zes partijen spelen tegen de inmiddels 63-jarige JanTimman, misschien wel zijn jeugdidool, maar dat liep op een teleurstelling uit. Timman, een ervaren matchspeler, bleek vooralsnog een maatje te groot voor hem., maar bij vlagen toonde hij zijn onmiskenbare talent.

Jorden speelt in de nationale Meesterklasse voor Sissa/Groningen en in de Duitse competitie voor Turm Emsdetten.

Net als zijn overgrootvader heeft hij een broer, Lucas, die over het nodige talent beschikt, volgens sommigen zelfs meer dan Jorden. Ook heeft hij een zusje, Machteld (8), dat zich al een keer Nederlands kampioene mocht noemen bij de meisjes tot tien jaar.

Zit het in  de genen zoals bij vader Joop en de zonen Jeroen en Marcel Piket, de broers Jan en Ton Timman, vader Piet en zoon Karel van der Weide ? De broers Kuijf (Riny en Nico)  Of als we over de grenzen kijken : de Hongaarse zusjes Polgar (Szuzsa, Sofia en Judit)? De Amerikaanse Byrne-brothers (Robert en Donald)? Ik ken geen sprekender voorbeelden uit andere sporten. Dat is toch raar of niet soms? Op zijn minst opvallend.

(Foto: Jorden door René Olthof)

 

 

 

 

 

 

1 reactie

  1. Richard Vedder schreef:

    De gebroeders Klitjsko in het boksen
    De gebroeders Van de Kerkhof in het voetbal
    Nog tig meer voorbeelden in het voetbal
    De gebroeders Schleck in het wielrennen
    Vader en zoon Akerboom in het basketballen
    Vader en zoon Urbanus in het honkballen
    De broers Mulder in het schaatsen
    Jan en Theo Bos in het schaatsen en wielrennen

    En nog heel veel meer

Laat een antwoord achter aan Richard Vedder Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *