The Spinning Wiel, oktober 2015: Jong en geleerd

spinning logo

Confrontaties tussen schakers van verschillende generaties zijn bijna per definitie interessant. Altijd al, maar tegenwoordig des te meer. Nooit is de kloof groter geweest.

John van der Wiel (foto: Maaijveld)

John van der Wiel (foto: Maaijveld)

                                      Algemene typeringen

Afgebroken partijen, het langzame speeltempo, geen computers, smartelijk wachten op nieuwe boeken van het Schach Verlag Berlin, Batsford, Informators en Encyclopedieën. Hoe anders was dat? Er werd (noodgedwongen?) minder diep en nauwkeurig voorbereid, maar ach, je had veel tijd om achter het bord eventuele problemen zelf op te lossen. Niettemin waren goede nieuwtjes (makkelijker te vinden) machtige wapens, die soms zelfs als verrassing hergebruikt konden worden. Zeggen Van der Wiel – Baljon, NK 1979 en Van der Wiel – Ribli, IBM 1980, u nog iets?

Andere kant van de medaille

De nieuwe generatie heeft op jonge leeftijd al heel veel kennis van zaken. Uiteraard te danken aan de enorme databases en sterke computerprogramma’s, maar ook, onderschat dat niet, aan het uitgebreide trainingscircuit in den lande. Toch is het voor een jeugdspeler, als die niet Carlsen heet, niet echt mogelijk om in enkele jaren topniveau te bereiken in alle facetten van het spel. Voorts is het gevaarlijk om blind te varen op meerderheidskeuzes in de database en op aanbevelingen van een computerprogramma. Trainers kunnen (moeten) daarvoor waarschuwen.

Nieuwe titularissen!

Toch kan zeker gesteld worden, dat jonge talenten vele malen sneller progressie kunnen boeken dan vroeger. Niet verwonderlijk daarom, dat er op steeds jongere leeftijd titelnormen gescoord worden (en ook omdat de FIDE sinds 1980 de TPR-vereisten niet meer opgeschroefd heeft). De afgelopen maanden kon dan ook tweemaal de champagne de kast uit. Nederland heeft een nieuwe ‘Jongste Grootmeester Ooit’, Jorden van Foreest, en een Europees Kampioene Meisjes – 16, Anna-Maja Kazarian. Voor beiden de bekroning van een imposante klimpartij in de laatste jaren.

Hoogeveen

Nu wil het toeval (?!) dat beide rising stars uitgenodigd waren om in het Univé-toernooi een tweekamp te spelen tegen een ervarener, hoger genoteerde opponent. Kazarian – Guramishvili oftewel de verse Mrs. Giri, en Van Foreest – Timman. Na 2 partijen had ik eindstanden bedacht die ik wel aan vrienden meedeelde maar nog niet durfde publiceren. U weet dat mijn voorspellingen in de Spinning Wiel doorgaans de nekslag zijn voor de uitverkoren winnaar, maar nu dan met vertraging: Kazarian – Guramishvili 1 – 5 en Van Foreest – Timman 2,5 – 3,5. Zou deze nieuwe methode anders werken?

Profiel van youngsters

De klassieke typering van een jeugdspeler is ongeveer zo: scherpe openingen, tactisch slagvaardig, mist weleens een kansje voor de tegenstander, uitstekende vechter in slechte stellingen, nog niet volleerd in alle onderdelen van het midden- en eindspel. Bij Kazarian en Van Foreest klopt daar echter vrij weinig van (bij een ander groot talent, Max Warmerdam, bijvoorbeeld veel meer), vooral bij eerstgenoemde. Zij is een goede schuiver, heeft vrij goede techniek en een groot doorzettingsvermogen. Anna-Maja’s openingen stellen niet veel voor, maar het grootste probleem is, dat ze tactisch uiterst kwetsbaar is. Dat kwam in deze match enkele malen pijnlijk aan de oppervlakte.

2500+ Ratings

Jorden van Foreest is een goede vechter met goede eindspeltechniek. Zijn rekenkracht is ook veelbelovend, maar eén ding valt me negatief op. Jordens opbouw van de partij in stellingen die hem niet vertrouwd zijn, laat ernstig te wensen over. Timman heeft natuurlijk de know-how

Jan Timman (Maaijveld)

Jan Timman (Maaijveld)

om daarvan te profiteren. Aan dit manco valt uiteraard te werken, maar het heeft wel haast voor iemand met een rating boven de 2500. Die kun je als jeugdspeler ook heel snel kwijt zijn, want de FIDE heeft weer iets bedacht: een extreem hoge K-factor voor de ratingverwerking van de resultaten van jeugdspelers. Vooral bedoeld om het langdurig underrated zijn van jongelieden op te heffen, maar met K-25 inplaats van K-40 valt het gewenste effect m.i. ook wel te bereiken. Nu kunnen veelspelende junioren ook opeens overrated zijn en verder kan het voor prille talenten heel demotiverend werken om over 2 toernooien 80 punten kwijt te raken.

                                     Slotfase oktober

De matches spoeden zich naar het eind. Zo ook het open toernooi, dat weer aantrekkelijk bezet is met o.a. de nu Amerikaanse desperados Ehlvest en Shabalov en wel wat erg veel Indiërs en waarin de Nederlandse toppers (Werle, l’Ami, Bok, Ernst) zich goed weren. Zo ook oktober, waarin we binnenkort de Wintertijd mogen verwelkomen en een extra uurtje nachtrust. En vermoedelijk de conclusie dat in de tweekampen de ervaring het zwaarst woog.

Nog meer oude(re) troeven

Uw dienaar heeft er deze maand ook weer een nationale titel bij. Wist u allang, natuurlijk. Sinds 3 oktober gonst Nederland van het heldenverhaal dat Schakers.info (Jesper de Groote, Robert Klomp, Erika Sziva en ik dus) het NK Bedrijvenschaak won. Kunt u voortaan met een gevoel van trots deze site (blijven) bezoeken!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *