So lost Carlsen af door Jesper de Groote

Een narcist in het Witte Huis die meteen al met iedereen ruzie maakt, Bernie Ecclestone die na 40 jaar eindelijk is afgezet als Formule 1-baas: alles is anders in 2017. Ook in het schaken zijn er tekenen van een naderende omslag. Zo werd het Tata Steel Chess Tournament de afgelopen jaren gedomineerd door Magnus Carlsen. Vorig jaar won hij, net als in 2015 en 2013 (in 2014 was hij niet van de partij). Dit keer moest de 26-jarige Noor zijn meerdere erkennen in de in bloedvorm verkerende Wesley So, die als enige in het toernooi ongeslagen bleef.

Daarbij moet wel worden aangetekend dat de Amerikaanse Filipijn in het toernooi soms wel een engeltje op de lat had. Tegen de grillige Richárd Rapport kroop hij bijvoorbeeld in de derde ronde door het oog van de naald:

Na een wat merkwaardige partij heeft Rapport met zwart twee pionnen op de koningsvleugel geofferd voor open lijnen. Wits torens maken daarentegen een erg krachteloze indruk. Het enige pluspunt is het paard op f5 dat veel tegenhoudt. Rapport kiest (instinctief?) voor het juiste plan: een tweede front vormen op de damevleugel. Hij deed dus 31…b5! Het idee is vooral dat wit na slaan geen Pe2 meer bij de hand heeft, zodat zwart zijn torens over de tweede rij kan verdubbelen. Na 32.cxb5 Tg2 33.Db1 had wit alles nog net verdedigd, maar na 33…Td2! of de probleemzet 33…c6!! had hij een hele zware pijp moeten roken. Rapport miste zijn kans en speelde het matige 33…Df7?, om na 34.Pe2 het spoor helemaal bijster te raken met 34…Dg6?? So incasseerde materiaal met 35.Pe7! en overleefde zwarts vernietigende aanval: 35…Tf2+ 36.Kxf2 Dg2+ 37.Ke1 Tg3 38.Txg3 Dxh1+ 39.Tg1 Dxf3 40.Pxf4 De3+ 41.Pe2 Pd3+ 42.Dxd3 Dxd3 43.Pg8! Met twee torens en een paard tegen de dame won wit vrij snel.

Toch was het bij het ingaan van de slotronde nog spannend. So stond maar een halfje voor op Carlsen, Aronian en Wei. Gelukkig voor hem was tegenstander Yan Nepomniachtchi, die het hele toernooi al onherkenbaar speelde, bereid gauw op het rode knopje te

Hier liet Fastplayer de zet 8.0-0-0? uit zijn vingers glippen. Waar staat de witte koning in deze stelling het slechtst? Op de damevleugel! En juist daar parkeert wit die arme monarch. Zwart neemt meteen een hap uit de koningsstelling: 8…Dxa2 9.Db5+? Pbd7 10.c6 bxc6 11.Dxc6 Lb7! 12.Dxb7 Da1+ 13.Pb1 Tb8 en wit moest zijn dame offeren met 14.Dxb8+ (14.Dc6 Dxb2+ 15.Kd2 Lb4+ 16.Ke2 0-0 is ook geen pretje), waarna hij gauw kon gaan douchen.

De achtervolgers verging het in de laatste ronde maar matig. Carlsen leek groot voordeel te hebben tegen Karjakin, maar kon niet voorkomen dat hij ineens slechter kwam te staan. Hij kon nog net op tijd aan de noodrem trekken om erger te voorkomen, maar met 8 uit 13 zal hij niet heel tevreden met zijn toernooi zijn geweest. En dat terwijl hij, in tegenstelling tot de vorige jaren, nog zo goed was begonnen. In de eerste helft van het toernooi zag Carlsens spel er nog goed uit en drukte hij netjes zijn puntjes met wit, terwijl hij met zwart eenvoudig remise speelde. Dat veranderde in ronde 7, toen hij tegen zijn grote rivaal Anish Giri eindelijk eens gewonnen kwam te staan en een heel scala aan grote kansen, waaronder mat in 3, miste. Hij probeerde er in een eindspel lange tijd nog wat van te maken, maar na een uitputtingsslag van 123 zetten moest hij alsnog met een puntendeling genoegen nemen. Het was het breekpunt van zijn toernooi, want meteen in de ronde erna verloor hij als een kind van Rapport, voor wie de overwinning op de wereldkampioen de enige van zijn toernooi zou zijn.

Giri was eveneens uitgeput en ging krachteloos ten onder tegen angstgegner Aronian, wiens vorm van dag tot dag sterk kon verschillen; de ronde ervoor had hijzelf tegen Karjakin de hele partij geen fatsoenlijke zet gespeeld. Hij had zelfs nog veel eerder kunnen verliezen. De volgende stelling zal ongetwijfeld in de stappenboekjes worden opgenomen. Wit speelt en wint:

Aronians beste partij was zijn strakke overwinning op Rapport. De Hongaar had de opening verprutst en werd hard toegetakeld. Zwart heeft zojuist beleefd gevraagd of het paard even ergens anders wil staan.

Aronian heeft andere ideeën: 19.exf5! hxg5 20.f6! Als een warm mes door de boter. 20…c5 21.f4! De f-lijn moet open. Zwart kan niet lang tegenstribbelen: 21…g4 22.f5! gxf6 23.fxe6 Dh7 24.Dg2. Alles past ook precies. Om de toren op a8 te redden moet zwart wits toren in zijn stelling toelaten: 24…Pa6 25.Td7 Dh5 26.Txf6 Tad8 27.Txf8+ Kxf8 28.Df1+ en zwart gaat mat. Een prachtige partij.

Yi Wei was de andere dark horse van het toernooi. Hij won vier partijen, onder andere een krankzinnige partij tegen Rapport, maar het intrigerendst vond ik zijn partij tegen Nepomniachtchi, die de hele partij op het randje van verlies had gestaan, maar met een blauw oog leek te ontsnappen:

Na een afwikkeling staat wit een kwaliteit voor. De winst moet komen van een afwikkeling naar een gewonnen pionneneindspel. Dat is met een a-pion vaak geen haalbare kaart. Gelukkig voor wit staat zwarts koning buiten het vierkant, zodat 66…Lb4? 67.Txb4 meteen wint, en dat maakt het verdedigen van dit eindspel het er niet makkelijker op voor zwart. Nepomniachtchi deed het hier dan ook meteen fout met 66…Lc3? 67.Tc4 Le5 68.Tc5 en de pion viel. De enige verdediging was het tegenintuïtieve 66…Lc1!! De loper kan de pion op a5 nog net op tijd dekken en na bijvoorbeeld 67.Kd3 La3 68.Kc4 Lb4 69.Kb5 dreigt de afwikkeling met Txb4 niet omdat wit dan een zet moet verliezen om zwarts pion uit te schakelen, waardoor zwart op tijd is om wits pion tegen te houden. Zo weinig materiaal en toch zo veel moeilijkheden…

Een ongedeeld tweede plek had tot de mogelijkheden behoord als hij zijn goede stelling in de laatste ronde tegen Wojtaszek niet zo had verknald. Nu eindigde Wei gelijk met Aronian en Adhiban, de revelatie van het toernooi. De promovendus en laagsteratinghouder eindigde in het sterke deelnemersveld op +2. En dat terwijl hij nog wat weifelend aan het toernooi was begonnen: in de eerste ronde wist hij een gewonnen stelling tegen Loek van Wely niet te winnen en in de tweede ronde liet hij zich tegen landgenoot Pentala Harikrishna pardoes matzetten. In de vijfde ronde kwam het breekpunt toen hij Karjakin, die kennelijk met zijn gedachten nog wat te veel bij de rustdag was, met zwart alle hoeken van het bord liet zien. Daarna was het hek van de dam en drukte hij met wat ongepolijst spel zijn puntjes. Tegen de verder erg kleurloze Dmitry Andreikin ging dat overigens wel erg makkelijk:

Andreikin is volledig overspeeld en probeerde nog 20…Pef5, maar dat mocht niet baten na 21.Txf5! Pxf5 22.Txf5! De g-pion van zwart staat gepend (anders komt Pf6+), dus moest zwart met een kleine kwaliteit minder door het leven. Het eindspel werd door Adhiban volgens de regels van de kunst uitgespeeld.

Hoewel Adhiban zijn puntjes vooral tegen de staart van de ranglijst pakte, hield hij Carlsen met zwart bijvoorbeeld vrij eenvoudig op remise. Is er een nieuwe Anand opgestaan?

Wereldkampioenschapsuitdager Karjakin en Eljanov eindigden op 7 punten. Vooral voor Eljanov, die geweldig aan het toernooi was begonnen, zal die score een teleurstelling zijn geweest. Hij won een heleboel partijen die hij had moeten winnen niet. Erg sneu was dat hij de volgende stelling nog verloor van Carlsen:

Na een mislukte Stonewall had Carlsen de hele partij kilometers achter de feiten aan gelopen. Een goede zet is hier 29.Te1 en zwart gaat een zware tijd tegemoet. Na 29.Lxe4?! kwam Eljanov met de zet slechter te staan na 29…fxe4 30.Pc5 Lg4 31.Te1 Tc8 32.Pxe4 Txf4. Ineens doen zwarts torens mee, hangen wits pionnen en is zwarts loper sterker dan wits paard. Eljanov verloor het eindspel kansloos.

Giri eindigde op 50%. Dit keer scoorde hij niet alleen maar remises: hij won van Nepomniachtchi en verloor van Aronian. Het probleem van Giri is niet zozeer dat hij geen kansen afdwingt. Hij speelt doorgaans erg solide en krijgt af en toe zijn kansen wel. Het probleem is dat hij er zo slordig mee omspringt. Vooral zijn remise tegen Andreikin was een lelijke misser, al moet er wel worden aangetekend dat zwart het eerst ook verkeerd deed:

Na 29…Dxf3+ 30.Tg2 ging zwart de mist in met het lollige 30…Ta5? Beter was het profylactische 30…Ke7 31.b7 Tg5 32.Tg1 Txg2 33.Txg2 Dd1+ met eeuwig schaak. Nu greep Giri zijn kans: 31.b7 Txa1+ 32.Dxa1 Tb6 33.h4! Db3 34.Kh2 Txb7. De pion is eraf, maar nu heeft wit een lekkere aanval met 35.Df6 Db6 36.f3 Tb8? Hier staat de toren niet goed en met 37.e5! had Giri daarvan kunnen profiteren. Het idee is dat de dame niet kan ingrijpen na 37…dxe5 38.Dh8+ Ke7 39.Dxe5+ en de zwarte koning moet het veld in. In plaats daarvan deed Giri 37.Td2?, waarna de partij gauw remise werd.

Helemaal onderaan eindigde Loek van Wely, een klassering die helaas volkomen terecht was. Het had er alle schijn van dat hij zich totaal niet op het toernooi had voorbereid en dat kun je je op dit niveau niet permitteren. Met zwart overleefde hij vaak de opening niet. Zo greep hij tegen Wei in een vrij bekende Siciliaan al gauw mis, terwijl hij tegen Karjakin al vanaf de vijfde zet van zijn stelling moet hebben gebaald. Met wit deed hij het aanvankelijk geen haar beter. Wat hem bijvoorbeeld tegen So bezielde, zal wel altijd een raadsel

Hier koos hij voor het onbegrijpelijke 9.cxd5? Na 9…Dxb3 10.axb3 exd5 stond zwart gewoon beter vanwege wits krakkemikkige pionnenstructuur. Vanaf dat moment zat Van Wely met wit al voor een halfje te vechten. Het zou ook vergeefse moeite blijken.

Dankzij een overwinning in de laatste ronde op de steeds zwakker spelende Harikrishna kon Van Wely nog enigszins tevreden op het toernooi terugkijken. Misschien dat de organisatie er verstandig aan doet om Van Wely volgend jaar voor de B-groep uit te nodigen.

In de door Gawain Jones en Markus Ragger gewonnen B-groep stelden de Nederlanders eveneens teleur. Veruit de beste score behaalde Erwin l’Ami, die in de staart van de brede kopgroep eindigde. Met 7 uit 13 presteerde hij naar behoren. Hij haalde een karrevracht aan remises binnen tegen de sterke spelers en won van de meisjes. Zijn enige slechte partij speelde hij in de eerste ronde tegen Jorden van Foreest. De Nederlands kampioen raakte na zijn nederlaag tegen Jeffery Xiong in de tweede ronde helemaal van de kook. Uiteindelijk won hij maar twee partijen en kreeg hij maar liefst zeven nederlagen te slikken. Dat had op voorhand waarschijnlijk niemand verwacht. Ook Benjamin Bok stelde teleur. Hij was een meester in het creëren van zijn eigen ongeluk, want keer op keer verknalde hij in tijdnood een geweldige stelling. Tegen Vladimir Dobrov was het overigens wel heel erg:

Wit heeft een pion meer en goede winstkansen. Zijn troef is zijn enorme pionnnenmeerderheid op de damevleugel. Met bijvoorbeeld 26.b5 Tc5 27.a4 Tac8 28.Kg3 Txc2 29.Txc2 Txc2 30. a5 had hij een gevaarlijke vrijpion gecreëerd. In plaats daarvan liet hij zijn koning in een matnet verstrikken met 26.Kg3?! Tb8 27.Tb3 Kg6 28.Kf4 d4 29.h3 gxh3 30.gxh3 Tb5 31.a4 Tg5 32.Tb1 h4 33.Tbe1 a6 34.Tb1 Tf5 35.Kg4 Tc8 36.b5 Th8?! 36.b6? Thh5 en de poppen waren aan het dansen.

In de tweede helft van het toernooi had Bok zijn zwakke plek opgelost en deed hij middels een serie remises aan schadebeperking. Dat lukte Sopiko Guramishvili, misschien beter bekend als de vrouw van Anish Giri, in ieder geval niet. Wat voor Van Wely in de A-groep geldt, geldt ook voor haar. Dankzij bedroevend slecht gespeelde openingen en een gemis aan tactische slagkracht bleef ze zelfs nog onder de Haast-score van 2 uit 13 steken. Het is mij eerlijk gezegd een beetje een raadsel wat de organisatie trekt om steeds een lopend punt voor zo’n sterke groep uit te nodigen. De kracht van het toernooi is juist de onvoorspelbaarheid doordat iedereen van iedereen kan winnen. En dan nodig je iemand uit die als kop van Jut gaat fungeren… Het geeft ook aan dat een C-groep hard nodig is. Dan maar geen reisje naar Stadion Feijenoord, het NEMO of het Rijksmuseum. Wijk aan Zee moet met zijn tijd mee. Het is tijd voor een grote omslag.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *