The Spinning Wiel, juli 2017: De spanning vergoedde veel

 

…Maar niet alles. Het NK 2017, gespeeld op een leuke Amsterdamse locatie, mag de geschiedenis ingaan als een van een spectaculair laag niveau. Ware Giri van de partij geweest, hij had de titel fluitend en lachend binnengeharkt met zo’n 6 uit 7. En een gemiddelde Muzychuk of Hou Yifan had bij de vrouwen 100% gescoord.

Snapshots en slapstick

7 ronden zonder rustdag, was dat debet aan het niveau? Misschien, maar vanaf ronde 1 was het al raak. We beginnen met het NK Vrouwen.

Stelling na 69…Tc1. Kazarian – Haast, 1e ronde.

Kleine sensatie: beide titelhouders gingen verliezen! Haast gaf dit nog niet op. Terecht, zoals blijkt. 70. g5? [Als je ook maar iets van dit eindspel weet, begin je met 70. h5. Eerst veilig de koning langs de rand naar voren brengen. Pas met de verdedigende koning op de onderste rij komen er andere motieven.] 70…Tc4. [Het is meteen al een stuk lastiger.] 71. Kg3 Ta4. 72. Tb7+ Kg6. 73. Tb6+ Kg7. 74. h5?! [74. Tf6! om dan 75. Tf4 te kunnen doen.] 74…Ta3+. 75. Kf4 Ta4+. 76. Ke3 Ta3+. 77. Kd4 Ta5? [77…Tg3! of eerst …Ta4+ komt al in de buurt van een redding.] 78. h6+! Kh7. 79. Tb7+ Kh8. 80. Tg7?? [Zelfs vermoeid en met weinig tijd kan dit toch niet gebeuren? Na 80. g6 was het punt weer in de tas.] 80…Td5+! Een heel simpel voorbeeld van dolle toren. Enkele zetten later berustte wit in remise.

Peng begon goed en won later van Haast. Maar in meerdere partijen hield ze totaal geen greep op de gebeurtenissen en was goed te merken, dat ze de laatste jaren weinig speelt. Opmerkelijk vond ik dit:

Stelling na na 5…e5. * Peng – Lanchava, 2e ronde

Met de pion al op f3, welk stuk zou wit het liefst ruilen? De witveldige loper, ja. Met 6. d5 krijgt wit een heel optimaal type Sämisch konings-indiër, zelfs als zwart haar loper over e7 ontwikkelt. Tot mijn verbazing volgde hier 6. Pc3?! a6. 7. Lxc6 Lxc6. Desondanks kreeg wit na de opening groot voordeel, maar deed vervolgens alles verkeerd. Een eerste teken aan de wand.

Waar ik er in de voorbeschouwing met mijn voorspelling over Pengs 14e titel lekker ver naast zat, klopte mijn verwachting, dat beide titelverdedigers teveel kwetsbaars in hun spel zouden hebben, behoorlijk goed. Alleen, Jorden kwam er niet mee weg en Anne wèl.

Stelling na 19…Pe8. * Van Weersel – Haast, 6e ronde.

Na een ernstig mislukte opening van zwarts kant was de consensus, dat wit overtuigend moest kunnen winnen. Dat klopt, maar Arlette maakte het zichzelf veel te moeilijk met 20. Lxe4?! Lxe4. 21. Dxb4+ Kd8 en verloor de partij uiteindelijk nog. Een charmante en overzichtelijke winst lag voor het grijpen met 20. Pb6! Dd8. 21. Lxe4 Lxe4. 22. Dxb4+ d6. 23. Dxe4 Pxc7. 24. Lxd6+! Kxd6. 25. Td1+ enz.

John van der Wiel (foto: Maaijveld)

Van Weersel deed zichzelf in dit NK enorm tekort. Ze was niet bang voor complicaties, maar was zelf steeds degene die erin verdronk. Arlette had heel bepalend voor de einduitslag kunnen zijn. Dat zag u net al, maar ook in de slotronde was ergens winst tegen Lanchava mogelijk, al lag dat een heel stuk ingewikkelder.

Ook voor Hortensius en Kazarian was er duidelijk meer mogelijk geweest dan de in hun geval 50%. In ieder geval zal de eerste overwinning op Peng voor beiden zoet gesmaakt hebben.

Mariska de Mie begon geweldig met 2 uit 2, maar toen het in ronde 3 plots misliep tegen de nog puntloze Keetman en de dag erna een vrijwel winnend eindspel tegen Lanchava ook nog in een nul werd omgezet, was de rek er een beetje uit.

Maaike Keetmans toernooi ging precies andersom. Na 0 uit 2, zoals het een debutante betaamt, ging het crescendo. Bescheiden constateerde Maaike, dat ze meestal wel eerst verloren moest hebben gestaan om te winnen. Niet geheel onwaar, maar in veel partijgedeelten brachten eigen krachtig en secuur spel Keetman naar het prachtige bronzen resultaat van 4 uit 7. En wat bescheidenheid en zelfkritiek zijn alleen maar goed.

De twee winnaressen haalden een wel zeer geflatteerde 5 uit 7. Erg tevreden met hun spel mogen Lanchava en Haast niet zijn, wel met hun koelbloedigheid en straatvechters-kwaliteiten. Van de barrage ga ik zeker niets laten zien. Ten eerste omdat ik 2 vluggertjes een abominatie vind in een klassiek NK. En voorts omdat het aantal afgrijselijke blunders van beiden niet op al mijn vingers te tellen waren. Laat de constatering volstaan, dat de uitslag ook heel makkelijk andersom had kunnen zijn.

Felicitaties aan Anne Haast! Na deze 4e titel op rij, net zo bizar als die van vorig jaar, zie ik niet hoe zij de komende 5 jaar afgestopt zou kunnen worden.

Evaluatie Oude Stijl

Van het NK Algemeen zal ik, zoals vroeger in Schaaknieuws, het toernooi heel kort per persoon nabespreken (naam, rating, score, ratingwinst/verlies).

Twan Burg, 2518, 2 pnt., – 6,8: de eerste 4 ronden gaven een zeer solide opererende debutant te zien (al was er tegen Van Foreest verliesgevaar), wat hem de eretitel ‘de onneembare Burg’ opleverde. Daarna werden zijn partijen raarder (eigen schuld of de verdienste van de opponenten?) en raakte Twan daarin de weg kwijt. Had een rustdag geholpen? Uiteindelijk moest Twan toch een beetje teleurgesteld naar huis.

Benjamin Bok, 2599, 3 pnt., – 5,9: tegen Van Wely en Van Foreest beginnen, is niet zo prettig, maar een 0 uit 2 start is in zo’n kort toernooi desastreus. Toch had er nog wel zo’n 50% ingezeten, bijvoorbeeld als Bok rond de 40e zet tegen Sokolov de moed en alertheid had gehad om voor de winst te gaan (volgens de computer zeker mogelijk). Benjamin speelde niet slecht maar ook lang niet zo goed als in het EK.

Jorden van Foreest, 2607, 3 pnt., – 6,4: er was weer heel veel te beleven bij Jorden, maar het schoot alle kanten op. Na 0,1,1 en voordeel in partij 4 gloorde er hoop, maar Van Wely en Van den Doel riepen de kampioen gedecideerd een halt toe. Er was iets meer mogelijk geweest (goede stellingen tegen Burg en Sokolov, maar gevaar tegen l’Ami), maar titelprolongatie zat er nooit in. Jorden zal op zoek moeten naar een iets onverslaanbaarder spelletje, met behoud van zijn aantrekkelijke stijl. Een mix van Tiviakov en Shirov, bestaat dat?

Erwin l’Ami, 2609, 3,5 pnt., – 1,9: Erwin speelde een bijzonder woest en ondernemend toernooi, misschien vanuit de filosofie dat 7 gezonde, objectieve partijen meestal geen toernooiwinst opleveren. Het had wellicht kunnen werken, maar dan had hij zijn kansen (tegen Ernst en Van Foreest) moeten grijpen. De kopgroep bleef altijd buiten bereik door verlies in ronde 1 en 3, maar de winst op Van Wely via een (niet zo moeilijk) dameoffer, zal voor l’Ami een mooi hoogtepuntje zijn geweest.

Ivan Sokolov, 2625, 3,5 pnt., – 3,5: alles remise! Duidelijk een teken dat de grote vorm ontbrak. Misschien was het bij winst op Ernst in ronde 2 (waar Sokolov heel dichtbij was) allemaal anders gelopen. Nu mocht Ivan uiteindelijk geen recht doen gelden op een hogere score, want hij heeft soms ook bedenkelijk gestaan. Binnenkort speelt Sokolov nog enkele toernooien, dan zal de vorm ooit wel terugkeren.

Erik van den Doel, 2572, 4 pnt., + 7,2: Erik speelde (zoals voorspeld!) een zeer stevig toernooi en zijn score klopt wel ongeveer. Ook al ging het tegen Angstgegner Van Wely ergens mis, toch had Doel in de barrage kunnen zitten, wanneer hij dit buitenkansje in de slotronde benut had:

Stelling na 29. f5? * Bok – Van den Doel, 7e ronde

Zwart geloofde hier zijn tegenstander en zette voort met 29…a4? 30. fe6 b3+. 31. ab3 ab3+. 32. Kc3! met onduidelijk spel en remise op zet 63. Echter, 29…Dxf5 had gewonnen wegens 30. Dxf5 gf5. 31. Lf4 0-0-0! Vergeten dat dat nog mocht? Blijkbaar niet, want op de 36e zet rokeerde Erik alsnog!

Sipke Ernst, 2535, 4,5 pnt., + 16,3: vorig jaar 2 uit 7, nu meer dan het dubbele! Het was een beetje Sipkes toernooi en tegen zijn ex-pupil was het meteen al feest.

Stelling na 30. Tab1 * Van Foreest – Ernst, 1e ronde.

 Had u ‘m gevonden? Ernst bekroonde zijn voortvarende spel met 30…Dxe3!! 31. fe3 fe4+. 32. Pf3 [Anders wordt het mat in 2.] 32…Txf3+. 33. Ke1 Pg2+. 0 – 1 [Wit hoefde 34. Kd2 Tf2+. 35. De2 Txe2+. 36. Kxe2 Txc2+. 37. Td2 Lc4+! niet meer mee te maken.]

Mag er dan toch lichte frustratie zijn: weer geen landstitel, tweede barrage-vluggertje verloren vanuit vrij goede stelling door een vieze truc? Ik denk van niet. Sipke was in enkele zwartpartijen dicht bij verlies en de score, ratingwinst en prijs hadden heel wat kleiner kunnen zijn. En je moet het nooit tot een barrage met King Loek laten komen!

King Loek, 2674, 4,5 pnt., + 1,0: sommige Brabo’s, zoals Anne Haast, hebben dat, het vermogen om altijd goed te zijn op de ‘big points’. Topvorm was er niet bij Van Wely, maar met mentale kracht en alertheid kom je ook ver, zoals in ronde 1 tegen Bok en dit belangrijke moment:

Stelling na 17. Df3 * Van den Doel – Van Wely, 4e ronde.

Wit hoopte ietwat dubieus zwart openingsspel af te straffen, maar werd hier verrast door 17…Lg5! [Dit moet je lang genoeg tevoren gezien hebben, want zonder deze zet staat zwart bijzonder slecht.] Na 18. fg5 Dxg5+. 19. Dg3 Dxd2. 20. Dxd6 Tad8 was het weliswaar hoogst onduidelijk, maar had Van Wely de stellings-onbalans gecreëerd die nodig is om op winst te kunnen spelen.

Proficiat, Loek, de 8e titel! Nu op weg naar Timmans score (9).

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *