Winnen op uithoudingsvermogen door Jesper de Groote

 

Hoewel het in Nederland de afgelopen maand vaak regenachtig en kil was, was het in Tbilisi, waar de World Cup gespeeld werd, nog volop zomer. In Georgië liet de schaakwereld zich van zijn beste, maar ook van zijn slechtste kant zien.

Om met het positieve te beginnen: na bijna vier weken alles te hebben gegeven, mocht Aronian zich tot overwinnaar van het toernooi kronen. Maar liefst 35 partijen had hij nodig om zijn 127 concurrenten te verslaan. Of nou ja, eigenlijk waren het er maar 124, omdat Anton Kovalyov het toernooi had verlaten na onenigheid over niet-bestaande kledingvoorschriften met Zoerab Azmaiparashvili, de “barbaar van de FIDE” zoals Hans Ree het treffend verwoordde. In de tussentijd had Kovalyov wel Akobian en Anand uit het toernooi gekegeld.

Het was exemplarisch voor het toernooi, waarin veel grote namen vroegtijdig werden uitgeschakeld. Zo ging Eljanov, die twee jaar terug nog de sterren van de hemel speelde, al na de eerste ronde via de zijdeur naar huis. Karjakin en Anand werden in de tweede ronde uitgeschakeld en Carlsen in de derde ronde, samen met Kramnik en Nakamura.

Nederlands hoop in bange dagen Anish Giri hield het iets langer vol, al was dat met meer geluk dan wijsheid. Geen moment wekte hij de indruk sterker te zijn dan zijn lager gerate tegenstanders. Na een moeizame zege op Nana Dzagnidze won hij in de verlengingen van Alexander Motylov en Sethuraman Panayappan Sethuraman, al had hij die tweekampen net zo makkelijk kunnen verliezen. Vooral laatstgenoemde zal zich wel voor zijn kop hebben geslagen dat hij in de reguliere partijen het naliet de genadeklap uit te delen:

Sethuraman – Giri [stand: ½-½], stelling na 23…fxe3?

Giri had zojuist op e3 geslagen en dat bleek niet zo handig: 24.Tg3! Lh4 25.Txg6+! Zwart kan niet slaan, want dan graait de dame, afhankelijk van wat zwart doet, de loper op h4 of het paard op d7 met schaak van het bord, waarna de zwarte koning is overgeleverd aan de witte stukken. 25…Kh8 26.Txd6. 26.Th6! Lf2+ 27.Kh1 Tf7 28.Dg6 Tg7 29.Dxd6 lijkt wat handiger, want nu organiseerde Giri met 26…Pf6 27.g3 Dc7 28.Te6 Lxg3!? 29.fxg3 Dg7 30.Lf3?! e2!? op zijn onnavolgbare manier zowaar wat tegenspel. Uiteindelijk wist Giri na lange strijd, met wederzijdse fouten, de remisehaven te bereiken door af te wikkelen naar een eindspel met dame en pion tegen dame en paard. ½-½

In de vluggertjes sloeg Giri toe.

Het bleek slechts uitstel van executie, want de ronde erna was Ivantsjoek veel te sterk. Giri probeerde hem wat te sarren door in de eerste partij Russisch te spelen. Het had niet het beoogde resultaat, want na een aantal remisekansen te hebben gemist, kwam hij opeens in een verloren toreneindspel terecht. In de tweede partij mocht Giri blij zijn dat Ivantsjoek aan een remise genoeg had, zodat hij in een voordelige stand maar zetten ging herhalen.

Doordat hij pas zo laat in het toernooi werd uitgeschakeld, was Giri de grootste ratingdonateur van alle spelers in het toernooi met vijftien elopunten, op de voet gevolgd door Karjakin en Eljanov. Sowieso was de World Cup een bloedbad voor de topspelers. De site 2700chess, die de actuele ratingveranderingen van de topspelers bijhoudt, kleurde bijna helemaal rood. Zijn de huidige topschakers overrated? Dit zou kunnen komen doordat doorgaans de sterkste spelers van het moment uitgenodigd worden voor toptoernooien. Hier kunnen spelers bijzitten die op dat moment toevallig een hoge rating hebben en dus overrated zijn. Zij verliezen hun ratingpunten dus automatisch weer aan de echte wereldtoppers, wat aan de top dus voor ratinginflatie zorgt.

Op basis van een toernooi is het te zeggen of dit echt zo is. Daarnaast zijn er ook andere verklaringen te bedenken. Een verklaring is de remisedood. In wereldkampioenschapsmatches is een duidelijke trend naar meer remises te ontdekken. In tweekampen, waarin beide spelers zich minutieus op elkaar kunnen voorbereiden, zorgt dit vaak voor saaie remises. Daar komt nog bij dat de spelers vaak niet bereid zijn om risico’s te nemen, omdat het in een korte tweekamp bijna onmogelijk is om van een nederlaag te herstellen. Het remisepercentage in de reguliere partijen was 61%, ondanks de soms substantiële ratingverschillen.

Misschien stuurden de topspelers wel bewust op partijen met een versneld tempo aan. Vaak wordt gedacht dat het versnelde tempo in het voordeel is van de zwakkere speler, omdat het toevalselement groter wordt. Dat zal zeker zo zijn, maar daar staat tegenover dat de moeilijkheidsgraad ook toeneemt, omdat er nog een tweede tegenstander is: de klok. Een topspeler over twee reguliere partijen in bedwang houden is al moeilijk, maar met minder bedenktijd wordt het helemaal een uitdaging. Hoewel Carlsen in reguliere partijen niet meer zo dominant is als vroeger, liggen zijn rapid- en snelschaakratings inmiddels al boven de 2900.

Ondanks dat de barrages ten koste gingen van een rustdag, bewezen de sterkere spelers vaak het gelijk van hun keuze door via de vluggertjes naar de volgende ronde door te stoten. Opmerkelijk genoeg behaalden ze tijdens het toernooi betere resultaten in de snelschaakpartijen dan in de reguliere partijen, zie de onderstaande grafiek:

Ratingverschil en de score van de sterkste speler.

In de langzame partijen (blauw) lag de score van de sterkere speler doorgaans onder de ratingverwachting (zwart), terwijl de score bij rapidpartijen (groen) en snelschaakpartijen (rood) soms zelfs beter was dan verwacht. Dat het effect van rating er in de partijen met versneld tempo zo uitspringt is des te opmerkelijker, omdat deze partijen alleen werden gespeeld tussen spelers die in de reguliere partijen aan elkaar gewaagd waren.

In ieder geval deed Aronian er zijn voordeel mee. Van de zeven ronden draaiden er vier, waaronder de finale, op een verlenging uit. Hoewel zijn partijen niet saai waren, had zijn toernooi vaag iets weg van de manier waarop het Portugese voetbalelftal vorig jaar Europees Kampioen werd. Winnen op uithoudingsvermogen. Vooral in de halve finale tegen Vachier-Lagrave moest Aronian diep gaan. Pas in de sudden death sloeg hij toe. Het betekende dat hij in totaal 35 partijen speelde, negen meer dan Liren Ding, de andere finalist. Toch was Aronian in de finale heer en meester, al verzuimde hij in de reguliere partijen het verschil te maken. In de rapidpartijen lukte het hem dan toch.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *