Interview: Tea Lanchava

Tea Lanchave (foto: Lanchava)

Tea Lanchave (foto: Lanchava)

Het Nederlandse schaakkampioenschap en de Schaakolympiade staan voor de deur. Om één of andere vage reden heb ik een zwakte voor damesschaak, daarom verheugde ik me erg op het gesprek met een van de meest ervaren speelsters van het veld. Tea Lanchava zal aan haar 15e NK en 8e Olympiade deelnemen deze zomer, dus geen onbekende in de Nederlandse schaakwereld. Maar niets is spannender dan het echte verhaal achter al die titels en bekers.

Erika Sziva (foto: Alex van Mil)

Erika Sziva (foto: Alex van Mil)

Georgie

Tea komt oorspronkelijk uit Georgië, een schaakland met schaakheldinnen als Nona Gaprindasjvili (wereldkampioene: 1962-1978) en Maia Tsjiboerdanidze (wereldkampioene: 1978-1991 ). Toen ze op haar 5e met schaken begon, behoorde haar land nog tot Rusland. Een van de weinige mogelijkheden om uit de armoedige omstandigheden te ontsnappen was een topsporter te worden. Dat leverde je een status van nationale held op met alle privileges van dien. De ouders van Tea, die beiden redelijk konden schaken, hadden snel in de gaten dat ze talent had. Ze regelden een privétrainer voor haar, wat een flinke financiële last gaf voor het gezin. 4-5 dagen per week, 2-3 uur per dag moest Tea trainen, al betekende dit heel wat opofferingen. Haar moeder moest steeds Tea’s zusje van 5 thuis achterlaten om op het broertje van 2 te passen. Alleen zo kon ze al die trainingen voor elkaar krijgen. Daar hadden haar moeder en Tea nog vele jaren schuldgevoelens over. Haar hele jeugd was ze keihard aan het trainen, gezellig meespelen met vrienden en vriendinnen zat er niet in. Op haar 12e werd ze ontdekt door Gaprindasjvili en op haar advies verhuisde het gezin naar de hoofdstad Tbilisi. Het eerste jaar logeerden ze nog bij familie, maar deze situatie verbeterde drastisch toen Tea wereldkampioene werd onder 14 jaar. Van de staat kreeg ze een 4-kamer appartement en een hogere salaris dan de professors van de plaatselijke universiteit. Ze werd als een ster aangekeken en behandeld, steeds boven de gewone kinderen geplaatst, terwijl ze niks liever wilde dan er bij horen. Twee jaar later veroverde ze wereldtitel onder 16. De volgende logische stap had moeten zijn dat ze wereldkampioene onder 18 zou worden, echter gooide het lot roet in het eten. Dit was jaar 1990, een moeizaam proces waarmee Georgië onafhankelijk werd van Rusland. Tea mocht niet onder de Russische vlag het WK spelen en bovendien moest ze ook een blindedarm operatie ondergaan. Door deze redenen liet ze het WK schieten en daarna ging alles de verkeerde kant op. Door de vele problemen besloot ze zelfs het land te verlaten. Eerst verhuisde ze naar Duitsland, waar ze schaakles wilde geven en voor de Bundesliga afspraken had gemaakt om te spelen. Maar al snel werd ze overgehaald door haar Nederlandse vriend en latere man om naar Nederland te komen. Op haar 20ste was ze al getrouwd en volgens goede Georgische traditie al zwanger van haar zoontje. Er was even rust, even iets anders dan de constante druk van te moeten presteren. Een ontspannende en gelukkige tijd. Echter voelde Tea zich behoorlijk verantwoordelijk voor haar familie in Georgië, die ze graag financieel wilde ondersteunen. Dus meer geld verdienen was een sterk drijfweer en omdat ze alleen schaken had, ging ze weer spelen. Soms voelt ze zich verdrietig over haar jeugd, dat ze geen kind had kunnen zijn, maar ze begrijpt inmiddels dat haar ouders die enorme druk op haar uit liefde hebben uitgeoefend: ze hoopten haar op die manier een beter leven te geven.

Nederland

Tea Lanchava (foto: Heleen Schut)

Tea Lanchava (foto: Heleen Schut)

Wat haar het meest verbaasde toen ze in Nederland terechtkwam, was hoe de schaakclubs hier functioneren. In Georgië vond je de deur van een schaakclub elke dag van ‘s ochtend vroeg tot ’s avonds laat open, iedereen die wilde kon daar elk moment terecht. Slechts één keer per week een avond kunnen schaken, zoals in Nederland, was een echte cultuurschok voor haar. Ze is opgegroeid met vele uren training per dag en het verwonderde haar hoe men dacht dat je hier met 1 á 2 uur les per week een jeugdtalent ver zou kunnen krijgen?! Damesschaak was ook veel meer gelijk aan mannenschaak in haar land, ze was als meisje clubkampioen boven alle jongens geweest, die veel respect toonden voor haar als persoon en als schaker. Toch heeft ze al haar successen als heel dubbel ervaren: ze wilde eigenlijk leuke sociale contacten hebben, er bij horen, maar het succes tilde haar steeds boven de rest. Het lag niet aan haar capaciteiten, talent, maar aan haar behoefte aan contacten, gezelligheid, dat Tea de echte drijfveer om het allerbeste te worden miste.

Het Nederlandse kampioenschap noemt ze in het algemeen het meest ongezellige toernooi dat er is. Iedereen voor zichzelf, nauwelijks contact, alles draait alleen maar om presteren. Dit heeft ze al veel te vaak meegemaakt en ze is niet blij met de druk die dat veroorzaakt. Echter is het NK de weg om een vrijkaart te verdienennaar de Olympiade en het EK landenteams, die ze een geweldige happening vindt. Een deel uitmaken van het team geeft haar een supergevoel. Ze ontmoet daar ook al haar schaakvrienden en -kennissen en dit is een belangrijke motivatie voor haar om nog steeds te schaken. Naast deze motivatie is er nog een andere dat er voor zorgt dat ze overal haar best doet: als ze één ding haat is het een partij te verliezen.

Met het Nederlandse damesteam heeft ze veel verschillende teamcaptains meegemaakt. Haar favoriete coach blijft Adrian Michalchishin, die enorm enthousiast was, niks als onmogelijk beschouwde en met zijn brede schaakkennis en positieve psychologische aanpak heel goed werk verrichte voor haar en het team. Hopelijk zal de nieuwe teamcoach, Predrag Nicolic, in zijn voetsporen treden.

Europees kampioene

Tea heeft de afgelopen 10 jaar weer bijzondere schaakprestaties neergezet: in 2006 werd ze Europees kampioene en in 2012 Nederlandse kampioene. Tussendoor heeft ze moeiteloos de mannen internationale titel behaald en was ze heel dichtbij de mannengrootmeester titel. Echter bood de schaakwereld een financieel moeizaam bestaan, waar ze steeds meer last van kreeg. Ze verlangde naar een totaal ander soort leven. Op haar dieptepunt kwam haar tegenwoordige zakenpartner op haar pad, waardoor haar leven plotseling de gewenste wending kreeg. Deze zakenman geloofde heilig in de bijzondere manier van denken en handelen van schaakgrootmeesters in de financiële wereld. Hij heeft Tea een goede baan beloofd, mits ze 2 financiële logoopleidingen af zou maken. Gebaseerd op haar topprestaties in de voorafgaande jaren, betaalde NOC-NSF deze twee dure opleidingen voor haar. Dit maakte het mogelijk voor Tea om het leven te beginnen wat ze voor ogen had. Na wat ups-and-downs, ook mede door de financiële crisis, kon ze eindelijk 2 jaar geleden haar eigen bedrijf starten. TLCS is een afkorting voor ‘Tea Lanchava Consultancy Services’. Ze wordt ingehuurd door bedrijven, die zaken willen doen met Oost-Europa en Azië. Vooral in de ex-Russische staten heeft ze goede kaarten: ze kent de taal en cultuur en via haar schakers achtergrond word ze daar met open armen ontvangen.

Het leven kan raar lopen. Al wilde ze haar zoontje nooit leren schaken, echter is Ardin inmiddels een best enthousiaste clubschaker geworden, die de grootste supporter van haar moeder is. Hij zoekt haar tijdens de Olympiade op en speelt met het open toernooi mee, dat tijdens het NK gehouden wordt. Door deze gezamenlijke hobby kunnen ze toch meer tijd samen doorbrengen en daar geniet Tea heel veel van. Want familie en vrienden, daar leeft ze voor.

Erika Sziva