Van Wely en Haast kampioen na strafschoppen door Jesper de Groote

Terwijl de wereldtop in onder andere Parijs en Leuven (België) zat te vluggeren, kwam het op het Nederlands Kampioenschap Schaken in Amsterdam-Noord uiteindelijk ook op snelschaakpartijtjes aan. In de barrages toonden Loek van Wely en Anne Haast zich het koelst of bekwaamst.

De indeling had niet beter gekund, want in de slotronde stonden koplopers Sipke Ernst en Loek van Wely tegenover elkaar. Na in het middenspel een kans te hebben gemist, was Ernst in een heel lastig eindspel terechtgekomen:

Ernst – Van Wely, stelling na 59.f3.

Het loperpaar is natuurlijk een stuk sterker dan een toren, maar kan zwart het ook winnen? Praktische kansen zijn er zeker. Hoewel lopers elkaar altijd mooi complementeren, kleeft daar ook een nadeel aan: ze kunnen niet samen één doelwit aanvallen. In de bekende partij Leko – Kramnik in de match om het wereldkampioenschap in 2004 had zwart bij een vergelijkbare pionnenstructuur twee torens tegen een dame. Door wits achtergebleven f-pion met beide torens aan te vallen, kon Kramnik naar een gewonnen pionneneindspel afwikkelen.

Om hier hetzelfde voor elkaar te krijgen, moet zwart dus met zijn koning naar e2 lopen, waarna …Le3 met pion- en partijwinst dreigt, ook omdat de loper op d5 irritante schaakjes op a2 voorkomt. Het probleem is alleen dat wit lang voor het zover is de loper op d5 van zijn ideale veld kan verjagen. Van Wely koos er daarom voor om eerst met pionnen op de koningsvleugel te gaan lopen, maar daardoor werden ze zwak en kreeg de verbeten vechtende Ernst de h-pion net op tijd te pakken. Vlak voor tijd kreeg Van Wely echter nog een enorme kans:

Ernst – Van Wely, stelling na 93…Lc3.

De remise is bijna binnen, maar wit moet het nog wel even nauwkeurig doen. Met 94.Te6! pent hij de loper op e4, zodat hij met Te8 een loper dreigt terug te winnen. Na 94. Th6? had zwart fraai kunnen winnen met 94…f3! 95.h8D Lxh8 96.Txh8 f2 en wit kan de pion niet meer afstoppen. In plaats daarvan volgde 94…Lh8? 95.Te6 f3 96.Kg3 Ld4!? 97.Te8 f2 98.h8D! Lxh8 99.Txe4+ Kxe4 100.Kxf2 met remise. Dat werden dus strafschoppen!

Daags voor het toernooi had King Loek zijn klasse al laten zien op het NK Internet, waar zeven van de acht NK-deelnemers van de partij waren. Ernst was een van de acht spelers die door zijn trillende vingers al in de eerste ronde werd uitgeschakeld. Hij was dus gewaarschuwd. In de eerste partij had hij weer wit en maakte hij gauw na de opening remise. In de tweede partij kwam hij al vanaf de aftrap in de problemen, wat hem veel bedenktijd kostte. Ondanks een merkwaardige slordigheidsfout won Van Wely vrij gedecideerd. Het leverde de nummer 28 van Forum voor Democratie zijn achtste titel op.

Makkelijk had de 44-jarige Brabander het niet op het toernooi. Door het ontbreken van Anish Giri was hij licht favoriet voor de eindzege, maar de overwinningen moesten wel steeds uit zijn tenen komen. In de eerste ronde was de stelling lange tijd onduidelijk, totdat Benjamin Bok zich in tijdnood de kaas van het brood liet vreten. In de tweede ronde werd Van Wely door Erwin l’Ami zelfs door de gehaktmolen getrokken:

L’Ami – Van Wely, stelling na 20…Lg5

In de eerste ronde van Tata Steel van dit jaar speelde Baskaran Adhiban tegen Van Wely een zijvariant van het Siciliaans. Tijdens die partij wekte de dienstdoende commentator de suggestie dat hij wellicht uit angst voor Van Wely’s Scheveninger was afgeweken. “Dan is ‘ie echt de enige hoor”, klonk het naast me. Als iemand met ware doodsverachting zijn c-pionnetje op de eerste zet twee vakjes naar voren schuift, dan is het Van Wely wel. Inderdaad zocht L’Ami, doorgaans een 1.d4-speler, Van Wely in een scherpe Siciliaan op. De vraag is waarom hij niet vaker met 1.e4 opent, want hij lijkt een goed gevoel voor die stellingen te hebben. In de diagramstelling sloeg hij toe met 21.Dxf7+! Lxf7 22.Pxf7. Een stuk en een pion heeft wit maar voor de dame, maar dat wordt rap meer vanwege de aftrekaanvallen: 22…Dc7 23.Pxg5+ Kh8 24.Pf7+ Kg8 25.Pxd6+ Kh8 26.Pf7+ Kg8 27.Td8! De7 28.Txe8+ Txe8 29.Pd6+ Kh8 30.Pxe8 Dxe8. Het paard is eindelijk opgeruimd, maar met een toren, loper en een vrijpion tegen de dame won wit snel.

In een dergelijk kort kampioenschap speelt het toevalselement een grote rol en dus telt ieder halfje. Van Wely kloof dan ook veel partijen tot op het bot af, vertrouwend op zijn betere uithoudingsvermogen, en hopend dat het speelsterkteverschil zich vroeg of laat deed gelden. Het was een redelijk succesvolle tactiek. In de vierde ronde overspeelde hij vaste klant Erik van den Doel in het middenspel, waarna hij een toreneindspel met vaste hand tot winst voerde. Twee ronden later pakte hij tegen Jorden van Foreest ineens de volle buit, net nadat hij zijn voordeel had weggegeven. Alleen die Ernst, die kreeg hij niet omver.

Ernst kon op zijn beurt terugkijken op een bijzonder goed toernooi. Met een score van 4½ uit 7 had hij zijn score van vorig jaar ruim verdubbeld. Daarbij moet wel worden aangetekend dat alle Swing States wel zijn kant opvielen: tegen Ivan Sokolov, L’Ami, Van den Doel en dus tegen Van Wely hield hij zijn slechte stellingen op remise. Je zou hem tekortdoen om zijn toernooi aan de hand van die narrow escapes te illustreren. Zijn overwinningen waren namelijk wel om in te lijsten. Zo wist hij de titelverdediger in de eerste ronde op een fraaie manier pootje te haken:

Van Foreest – Ernst, stelling na 29.Kf1

Ernst ging vrolijk verder met 29…f5! De zet is zo sterk dat wit meteen in de fout ging met 30.Tab1? Dxe3!! 31.fxe3 fxe4+ en om niet mat te gaan moest wit bakken met materiaal geven.

Van den Doel werd derde. Bij winst in de slotronde tegen Bok had hij een barrage af kunnen dwingen, maar uiteindelijk moest hij berusten in een remise nadat beide spelers hun kans hadden gemist. Toch verloor Van den Doel het kampioenschap niet in de slotronde, maar tegen de koplopers. Tegen Van Wely leverde een goede stelling hem een nul op en tegen Ernst kwam hij ook niet verder dan remise.

Van den Doel – Ernst, stelling na 40…Kf7

Veertigste zet gehaald, dus nu kan wit in alle rust op zoek naar de beslissende klap. Moet hij de pion op h5 bijvoorbeeld opeten? Van den Doel vond de pion kennelijk niet de moeite waard en ging op de loper af met 41.Pd5 Td7 42.Pxe7 Kxe7 43.d5 Kf7. Wits loper is een monster, maar hij valt verder vooral lege velden aan. Na 44.Tha1?! Pe8 dreigt zwart de pion op d5 te belagen en eindigde de partij gauw in remise. Betere zaken had Van den Doel wellicht met 41.d5!? kunnen doen. Er dreigt natuurlijk 42.Lxg7, dus moet zwart eerst iets als 41…Td7 spelen. Wit kan dan juist met 42.Lxg7 Kxg7 43.Txh5 met een paard tegen loper spelen. Hoewel er niet veel materiaal meer overblijft, lijkt dit eindspel me lastig spelen voor zwart met die ingeblikte loper.

Op 50% eindigden Sokolov en L’Ami. Sokolov was met zeven remises de constantheid zelve. L’Ami kende daarentegen een wisselvallig toernooi, met hoge pieken en diepe dalen. Tegen de regerend kampioen besloot hij, net als in Wijk aan Zee, de Caro-Kann uit de hoge hoed te toveren. Waar de in januari gespeelde partij eenrichtingsverkeer was, kreeg L’Ami nu ook kansen. Het werd zelfs de meest besproken partij van het toernooi. Iedere dag werd er in de analyse wel weer een verbetering voor een van beide partijen gevonden, waardoor het oordeel van de stelling steeds weer moest worden bijgesteld. Computers zijn sterk, maar aanvalsstellingen kunnen ze vaak niet op waarde schatten, dus kun je niet blind op ze vertrouwen. De kritieke stelling was de volgende:

Van Foreest – L’Ami, stelling na 19…Tb8

Zwart heeft alle schepen achter zich verbrand op de koningsvleugel, maar hij heeft gevaarlijk tegenspel op de damevleugel. Het paard gaat zich offeren op a4 of c4, want als wit slaat, komt …b3 en de b-lijn komt open, of de pion loopt door naar b2. Dat wordt zweten voor wit! Maar eerst is wit nog. 20.Pxg6? Th7? Te materialistisch. Daar gaat je kans op de schoonheidsprijs! Veel kansrijker was 20…Pc4! Die mogelijkheid is elders uitgebreid geanalyseerd. In de partij was het zwarte tegenspel too little too late.

Op dat moment leek Van Foreest weer een serieuze gegadigde voor de titel, maar na nog twee nederlagen was zijn toernooi helemaal naar de vaantjes. Met 3 uit 7 eindigde hij gelijk met Bok, die behoorlijk uit vorm was. Dat de jonkies het niet echt hadden, bewees de laatste plaats van debutant Twan Burg wel. Hij begon solide, maar zakte daarna ver weg.

Bij de dames won Anne Haast voor de vierde keer op rij. Makkelijk ging het niet, want net als vorig jaar kwam het op beslissingspartijen met versneld tempo aan. Ditmaal was Tea Lanchava het slachtoffer. Tot tweemaal toe vergaloppeerde ze zich vreselijk in een gewonnen stelling, zodat ze genoegen moest nemen met zilver. In de eerste partij was het overigens wel erg sneu:

Lanchava – Haast, stelling na 39…Dd8

Wit heeft twee kwaliteiten meer en een fantastisch pionnencentrum, dat kan toch bijna niet meer misgaan? 40.c6. Pak aan! Er dreigt mat en als zwart dat wil dekken met de dame, dan hangt de loper. Opgeven dan maar? Nee! Die loper kan ineens weer wat! 40…La3+! Hier kon Lanchava onder toeziend oog van de menigte wel door de grond zakken, want ineens werken zwarts stukken perfect samen. 41.Kb1 Pd2+ kost de dame, net als het gespeelde 41.Dxa3. Met de vrijpionnen had wit nog wel compensatie, maar na wederzijdse fouten won Haast. De tweede partij was meer in evenwicht, maar kende eenzelfde slot, zodat Haast de tweekamp met 2-0 won. In het reguliere toernooi had ze ook al van Lanchava gewonnen, zodat de titel in dat opzicht wel terecht was. Zodoende eindigde het Nederlands Kampioenschap toch weer met twee vertrouwde winnaars.

Het verloop van de barrage was in overeenstemming met het echte toernooi, dat werd gekarakteriseerd door zijn onvoorspelbaarheid. Het toernooi had wel iets weg van een loterij en dat kwam niet zozeer door de lengte van het toernooi, want met acht deelneemsters deed het damestoernooi qua grootte niet voor het herentoernooi onder. De magere jaren, waarin de KNSB soms zelfs toevlucht tot een dubbelrondige vierkamp moest nemen, zijn gelukkig alweer even geleden. Tijdens het toernooi leek het erop dat niemand kampioen wilde worden, wat tot tragikomische taferelen leidde. De stellingsoordelen slingerden wild heen en weer. Zelfs rodelantaarndraagster Arlette van Weersel zal na afloop het idee hebben gehad dat ze kampioen had kunnen worden als ze haar vizier iets meer op scherp had staan.

Waar de andere deelnemers doorgaans met hun voornaam werden aangeduid, werd dertienvoudig kampioen en hoogsteratinghouder Zhaoqin Peng om de een of andere reden in de dagverslagen de nogal plichtmatige interviews steevast bij haar achternaam genoemd. Het toernooi verliep voor haar zonder meer teleurstellend. Hoewel ze voor niets minder dan de titel ging, bleef ze met een bedenkelijke score van 3 uit 7 wel heel ver van dat doel verwijderd. En dat terwijl ze nog zo goed aan het toernooi was begonnen. In de eerste ronde overklaste ze tactical pro Maaike Keetman kinderlijk eenvoudig. Meester tegen amateur? Nee. Keetman eindigde het toernooi een vol punt boven Peng.

De omslag kwam in de tweede ronde, toen Peng in een goede stelling tegen Lanchava moeilijkheden ging zoeken in plaats van een voordeeltje netjes uit te spelen. In de tactische rommelstelling voelde Lanchava zich veel meer als een vis in het water dan positional pro Peng, zodat ze al snel won. Daarna kwam het ook niet meer goed met Peng, die halve en soms zelfs hele punten de prullenbak in bleef smijten. Wel smaakte ze nog het genoegen om de uiteindelijke kampioene de oren te wassen, maar dat was dan ook wel het enige hoogtepunt van haar toernooi.

In de middenmoot eindigden verder Anna-Maja Kazarian en Lisa Hortensius. Vooral laatstgenoemde zal op meer hebben gehoopt na het hele toernooi bovenin te hebben meegedraaid. Datzelfde gold voor Mariska de Mie, die in de eerste twee ronden vier keer zo veel punten scoorde als in de vijf erna. Te lang nadenken, in tijdnood komen en onder druk van de klok een paar bokken schieten, zo gaat dat dan. Haar enige troost was misschien dat de barrages haar bespaard bleven…

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *