Erika Sziva: Eindspelen zijn leuk: les 9, Toren tegen Paard

Ik had afgelopen week ook te maken met een paard, zelfs met het witte paard, maar daar zat een prins op. Het is een sprookjesachtige realiteit en heeft niks met schaken te maken, al wilde ik het even kwijt. Een van mijn Facebook vrienden heeft een grappige zin op mijn Timeline geplaatst: ‘Love is like a game of chess: One wrong move and you are married.’( A.S.)
‘Terug naar het normale leven’ zou mijn schaakleerling zeggen, het gaat tenslotte om een schaakartikel. Vooruit dan: hier komt de theorie en de praktijk.

De toren en het paard bewegen op een totaal verschillende manier. De toren als lange afstand stuk is heel sterk wanneer op beide vleugel gespeeld kan worden. Zijn waarde is dan ong. een paard en twee pionnen. Wanneer slechts op een vleugel gespeeld wordt, kan de koning en het paard de verdediging veel beter organiseren.
Ook in dit type eindspel is geen theoretische winst te vinden voor de torenkant. Echter blijkt dat in de praktijk bijna een derde van de stellingen toch gewonnen wordt. Hoe zou dat komen? De twee hoofdredenen zijn:

1. De verdediger met het paard gaat al op een ongunstige manier het eindspel in (b.v. koning en paard zijn al gescheiden).
2. Gedwongen op de achterste rij lukt de verdediger niet de juiste vervolg te kiezen.

1)

Wit aan zet, zwart wint

Zoals je in deze partijfragment ziet, staat wit helemaal hopeloos. Zwart had net de pion op ‘a4’ geslagen en wit heeft geen verdediging meer tegen mat of paardverlies. Er volgde nog: 1.Kh7 Tg4 0–1 (Kose – Stanojoski, Istanbul, 2001).

2)

Wit aan zet wint

Het paard staat gevaarlijk ver weg van zijn koning en wordt ingesloten door de juiste samenspel van koning en toren: 1.Kd5 Kf6 2.Kc6! [2.Kc5? Ke5!= Vanwege zugzwang ontsnapt het paard.]

2…Ke5 3.Kc5 Kf5 4. Kb5 ….  5. Td2 1–0 Averbakh

3)

Wit aan zet maakt remise

 

Een basisstelling, waar de torenkant niet verder komt.

1.Kf6 Ph7+ 2.Kg6 Pf8+ 3.Kh6 Kh8 4.Tf7 Kg8 5.Tg7+ Kh8 6.Tg1 Pd7!

En niet: 6…Ph7? 7.Kg6 Kg8 8.Tg2 Pf8+ 9.Kf6+ Kh8 10.Kf7 of; 6…Pe6 7.Kg6! Pf8+ 8.Kf7 Ph7 9.Tg8#

7.Kg6 Kg8 8.Td1 Pf8+ 9.Kf6 Ph7+ 10.Kg6 Pf8+

En zwart houdt remise.

½–½  Horwitz and Kling, 1851

4)

Zwart aan zet, wit wint

Deze studie is een hele uitdaging, maar ook genieten door zijn originaliteit.

1…Pf2+ 2.Kf3 Pd3 3.Ta4 Pc5

3…Kh2 4.Th4+ Kg1 5.Td4 Pc5 (5…Pf2 6.Td5 Ph3 (6…Kf1 7.Td2+–) 7.Ta5 Kh2 8.Th5+–) 6.Td5 Pe6 7.Kg3 Kf1 8.Tf5+ Kg1 9.Te5+–

4.Ta1+ Kh2 5.Td1 Pe6 6.Td2+ Kg1

Na 6…Kh3 komt 7.Td6! Pg5+ 8.Kf4! Pf7 9.Td7 met paardwinst.

7.Kg3 Kf1 8.Td5 Pc7 9.Te5 Pa8

De route van het paard van ‘h1’ naar ‘a8’ is een grappige element van deze studie.

9…Pa6 zou het paard ook niet redden. 10.Kf3! Kg1 11.Tg5+ Kh2 12.Tg2+ Kh3 (12…Kh1 13.Kg3 Pc5 14.Te2 Pd3 15.Te3+–) 13.Tg6+–

10.Kf3 Kg1 11.Tg5+ Kh2 12.Tg2+ Kh3 13.Tg8+–

1–0 J. Moravec, (einde studie), La Stratégie, 1913

Leuk te zien hoe wit het paard en koning separeert om de winst te bereiken.

5)

Wit aan zet

In een doodremise stelling was wit al langere tijd alles en wat aan het proberen om zwart tot een fout te dwingen. Juist op het moment dat het ergste achter de rug was en wit zich even ontspande, ging het alsnog mis.

1.Ke4 Ke1 2.Kf3 Pd2+ 3.Kg3 Kd1 4.Kf2 Pe4+??

Zwart kan niet omgaan met de gekregen vrijheid.
4…Kc1 is misschien de makkelijkste weg voor remise, al waren Pb1, Pb3 of Pc4 ook voldoende.

5.Ke3 Pc3 6.Kd3 1–0, Sandipan – Boidman, Wiesbaden, 2001

Uiteraard was dit slechts het topje van de ijsberg, er zijn veel moeilijkere stellingen te vinden. Maar na deze basis uitleg krijg je als huiswerk een special opdracht.

Hoe bereik je uit onderstaande stelling, waar geen paard te zien is, diagram 4?

 

Wit aan zet

 

Antwoord op de huiswerkvraag: http://www.schakers.info/?page_id=12638

 

Met dank aan de prachtige eindspel boeken:

Chess Endings Made Simple (Ian Snape)
Batsford Chess Endings (Speelman/Tisdall/Wade)
Fundamental Chess Endings (Müller/Lamprecht)

2 reacties

  1. Bram van Reemst schreef:

    Is er in diagram 2 niet een zet weggevallen? Na 4. Td2 kan zwart 4. …, Pa4+ spelen, en afhankelijk van de witte koningszet kan het paard vervolgens naar c3 of b6 waarna het nog ingewikkeld wordt, of hij ontsnapt zelfs. Als wit echter eerst 4. Kb4 speelt, kan hij op de volgende zet alsnog met 5. Td2 het paard ophalen, zelfs als zwart met 4. …, Ke5 nog lastig komt doen.

  2. Erika Sziva schreef:

    ‘Beste Bram van Reemst,

    Bedankt voor uw oplettendheid! U heeft helemaal gelijk en Averbakh geeft inderdaad bijna dezelfde zet als u: 4. Kb5 om daarna 5. Td2 te spelen! Wij gaan dit in stelling 2 aanpassen.
    Een fijne dag nog!

    Erika Sziva’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *